ATEX armaturen
Het begrip ATEX is afgeleid van de Franse benaming ‘ATmosphère EXplosible’.
Het begrip ATEX behelst alle situaties waar een kans bestaat op gas- en stofontploffingsgevaar. Bedrijven en organisaties die werken in explosiegevaarlijke omgevingen dienen maatregelen te nemen zodat werknemers op een veilige manier hun werkzaamheden kunnen uitvoeren. Hiervoor zijn ATEX normen of richtlijnen opgesteld. Een van deze normen bestaat uit het trainen en opleiden van de medewerkers in het veilig werken binnen een explosiegevaarlijke zone middels een ATEX opleiding.
De locatie waar mogelijk explosiegevaar aanwezig is door bepaalde gassen of stoffen worden EX zones genoemd. Op locaties waar met brandbare materialen wordt gewerkt is veiligheid van groot belang.
In de meeste landen zijn hiervoor wet- en regelgeving van kracht, bijvoorbeeld de Europese richtlijn 1999/92/EG (ATEX 153). De ATEX-richtlijnen zijn van toepassing op alle plaatsen waar ontploffingsgevaar kan bestaan. De richtlijnen hebben een breed werkingsgebied en omvatten zowel gasexplosiegevaar als stofexplosiegevaar.
Ontstaan van een explosie
Explosiegevaar is aanwezig zodra een mengsel van lucht en een brandbare stof (in de vorm van gassen, dampen, nevels of stof) onder atmosferische omstandigheden wordt ontstoken en na ontsteking uitbreidt totdat alle brandbare stof verbrand is. Het explosiegevaar kan zich uiten in drie vormen:
- gasexplosiegevaar;
- nevelexplosiegevaar;
- stofexplosiegevaar.
Werkgevers die te maken krijgen met explosiegevaar zijn actief binnen branches zoals de (petro)chemie, de verfindustrie, de papierindustrie, de voedingsmiddelenindustrie en de houtverwerkende industrie. De specifieke beroepen waaraan gedacht moet worden, zijn die beroepen die betrokken zijn bij het primaire proces van het bedrijf zoals: operators van installaties en machines, installateurs, onderhoudsmonteurs en logistiek medewerkers.
Wanneer is er gevaar?
Gasexplosiegevaar
Gassen in de atmosfeer vrijkomen, vermengen ze zich direct met de lucht die voor circa Wanneer brandbare 21% uit zuurstof bestaat. Als de concentratie van de brandbare stof in het ontstane gasmengsel tussen de onderste en de bovenste explosiegrens ligt, dan kan het mengsel ontploffen als het wordt ontstoken. Het meten van gasexplosiegevaar kan worden uitgevoerd met een explosiemeter (LEL-meter). Op basis van deze meting kan direct worden vastgesteld of er sprake is van explosiegevaar.
Stofexplosiegevaar
Er is geen meetinstrument te koop voor het meten van de concentratie van een stofwolk. In de praktijk wordt de regel aangehouden dat een ontplofbare wolk kan worden herkend aan: “een zicht minder dan 1 meter”. Stofexplosiegevaar is ook aanwezig wanneer er voldoende stofafzetting van brandbare stof plaatsvindt. In de meeste gevallen is een stoflaagdikte van 0,1 mm al voldoende om een ontplofbaar stof-luchtmengsel te creëren. Een praktische richtlijn is daarom dat stofexplosiegevaar aanwezig is als men zijn voetstappen op de vloer kan zien.
De verschillende omgevingen zijn onderverdeeld in drie verschillende zones. Voor alle zones geldt een aparte ATEX certificering.
Gas zone 0, 1 en 2
- Stof zone 20, 21 en 22
Explosiegevaar | langdurig of vaak | regelmatig | zelden of kortstondig |
Door dampen, gassen of nevels | zone 0 | zone 1 | zone 2 |
Door brandbare stoffen | zone 20 | zone 21 | zone 22 |
Door stoflagen | zone 21 | zone 22 | NGG |
Zone-indelingen
Onderdeel van ATEX 153 is een risico-inventarisatie met het vaststellen van explosiegevaarlijke zones. Binnen deze zones moet dan ATEX 114 goedgekeurde apparatuur toegepast worden. Explosiegevaarlijk gebied kan in de volgende gevarenzones worden ingedeeld:
Zone | Omschrijving |
0 | een explosief gasmengsel is voortdurend of gedurende lange perioden aanwezig (meer dan 10% van de bedrijfsduur van een installatie of van de duur van een activiteit) |
1 | kans op aanwezigheid van een explosief gasmengsel onder normaal bedrijf is groot (tussen 0,1% en 10% van de bedrijfsduur van een installatie of van de duur van een activiteit) |
2 | kans op aanwezigheid van een explosief gasmengsel is gering en slechts gedurende korte tijd (minder dan 0,1% van de bedrijfsduur van een installatie of van de duur van een activiteit) |
20 | een explosiegevaarlijke stofwolk is voortdurend of gedurende lange perioden aanwezig (meer dan 10% van de bedrijfsduur van een installatie of van de duur van een activiteit) |
21 | kans op aanwezigheid van een explosiegevaarlijke stofwolk onder normaal bedrijf is groot (tussen 0,1% en 10% van de bedrijfsduur van een installatie of van de duur van een activiteit) |
22 | kans op aanwezigheid van een explosiegevaarlijke stofwolk is gering en slechts gedurende korte tijd (minder dan 0,1% van de bedrijfsduur van een installatie of van de duur van een activiteit) |
ATEX 114
De ATEX richtlijn 114 (2014/34/EU en voorheen ATEX 95) bepaalt aan welke normen apparatuur en producten moeten voldoen die worden gebruikt in explosiegevaarlijke omgevingen. Deze richtlijn is vooral van toepassing op fabrikanten.
Producten die voldoen aan de eisen van de ATEX 114 richtlijn zijn te herkennen door een extra teken in combinatie met de CE markering:
ATEX 153
De ATEX richtlijn 153 (1999/92/EG en voorheen ATEX 137) beschrijft de veiligheidseisen die werkgevers of eigenaren van ATEX-installaties verplicht moeten treffen zodat medewerkers veilig en gezond kunnen werken in omgevingen met explosiegevaar. De werkgever heeft de volgende verplichtingen:
Gevaarlijke gebieden waarin een kans bestaat op explosies dienen ingedeeld te worden in ATEX zones;
- Binnen explosiegevaarlijke gebieden moet zijn aangegeven welke explosieve stoffen aanwezig zijn en in welke hoeveelheid deze aanwezig zijn.
- Installaties binnen het explosiegevaarlijke gebied moeten op de juiste manier door een installatieverantwoordelijke medewerkers aangelegd, geïnspecteerd en onderhouden worden.
- Werkgevers moeten hun medewerkers opleiden en certificeren zodat zij veilig kunnen werken binnen gevaarlijke gebieden.
- Explosiegevaarlijk gebied dient voor werknemers duidelijk te worden gekenmerkt met een waarschuwingsdriehoek welke in zwart de tekst “EX” op een gele achtergrond bevat.